Projectentournee NKWK Klimaatbestendige Stad – Projectbezoek Nijmegen 9 maart 2017

Op 9 maart 2017 vond het derde projectbezoek plaats in het kader van de projectentournee van de NKWK-onderzoekslijn Klimaatbestendige Stad (KBS). De dag werd georganiseerd door NKWK-KBS in samenwerking met Gemeente Nijmegen en Waterschap Rivierenland.​

Het projectbezoek ving aan met een plenaire bijeenkomst in Cultureel centrum De Lindenberg. De volle zaal kreeg allereerst het aansprekende filmpje te zien dat Nijmegen heeft gemaakt voor de stedencompetitie waarin ze de mooie titel European Green Capital 2018 heeft verworven. Wethouder Harriët Tiemens legde uit dat een dergelijke titel – en alles wat daarbij komt kijken – veel inspiratie geeft voor bijvoorbeeld burgerinitiatieven. Het Rivierpark dat in het kader van Ruimte voor de Rivier vorig jaar is opgeleverd heeft ook veel enthousiasme bij de Nijmegenaren opgeleverd. “Vroeger lagen we aan de Waal, nu omarmen we de Waal”, zo stelde de Wethouder. Heemraad Mathieu Gremmen van Waterschap Rivierenland vulde aan dat de ontwikkelingen van de laatste jaren ook andere verwachtingen scheppen van de waterschappen. Ze moeten breder kijken, buiten de lijntjes kleuren en met anderen samenwerken. Het verwerven van draagvlak wordt steeds belangrijker. “Het waterschap moet steeds meer uit de sloot komen”, zo betoogt Gremmen op beeldende wijze. “Het gaat uiteindelijk om een integrale gebiedsgewijze aanpak, en dat kan alleen samen met anderen.”

Joke van Wensem, Mathieu Gremmen en Harriët Tiemens (v.l.n.r.) in gesprek bij de opening van de dag
Beeld: ©Antal Zuurman
Joke van Wensem, Mathieu Gremmen en Harriët Tiemens (v.l.n.r.) in gesprek bij de opening van de dag

Dagvoorzitter Joke van Wensem dankte vervolgens de gastvrouw en gastheer voor het warm onthaal en de organisatie van dit derde projectbezoek van de onderzoekslijn Klimaatbestendige Stad (KBS) binnen het Nationaal Kennisprogramma Water en Klimaat (NKWK). Ze legde uit dat de projectentournee bedoeld is om te leren van praktijkvoorbeelden en samen te inventariseren welke kennisvragen nog opgepakt moeten worden. Joke van Wensem is programmaleider van NKWK KBS en bood uit dien hoofde de wethouder en de heemraad het eerste exemplaar aan van ‘de Natte Krant’, een kenniskrant met speciale en praktische aandacht voor wateroverlast. De digitale versie van de krant bevat links naar nuttige en actuele kennis op het gebied van klimaatadaptatie en verduurzamen van de steden.

De wethouder en de heemraad namen het eerste exemplaar van ‘de Natte Krant’ in ontvangst
Beeld: ©Antal Zuurman
De wethouder en de heemraad namen het eerste exemplaar van ‘de Natte Krant’ in ontvangst

Beleidsadviseur Water en Klimaatadaptatie Ton Verhoeven van de gemeente Nijmegen verzorgde een presentatie over Nijmegen Duurzaam 2050 (pdf). Hoewel het toen nog geen klimaatadaptatie heette is Nijmegen al rond 2000 begonnen met afkoppelen, vertelde Verhoeven. De basis hiervoor was het Waterplan Nijmegen. In de Duurzaamheidsagenda, dat in 2011 opgesteld is, wordt klimaatadaptatie wel expliciet genoemd. Nijmegen heeft als doel in 2050 een klimaatbestendige stad te zijn. Veel hellend oppervlak maakt regenwateroverlast in Nijmegen een extra lastige uitdaging. Verhoeven toonde een kaartje van temperaturen die een onderzoeksbus in een zomerse nacht heeft gemeten, met maar liefst zeven graden verschil tussen binnenstad en buitenwijk. “Hittestress speelt niet alleen in de grootste steden”, zo betoogde Verhoeven. Hij sloot af met een tip aan de zaal: “Als je met anderen praat, praat dan niet in eerste instantie over klimaatadaptatie, maar over hun expertise over hun leefomgeving.”

Ton Verhoeven verzorgde een presentatie over Nijmegen klimaatbestendige stad 2050
Beeld: ©Antal Zuurman
Ton Verhoeven verzorgde een presentatie over Nijmegen klimaatbestendige stad 2050

De tweede helft van de ochtend werd besteed aan vier rondwandelingen, waarvan drie in Nijmegen en de vierde in Beek-Ubbergen (gemeente Berg en Dal).

“Als je er goed op let, dan zie je wat er allemaal is gedaan. Dat viel me eerst niet zo op”, aldus een van de deelnemers aan de excursie Hatert Klatert.
“Als je er goed op let, dan zie je wat er allemaal is gedaan. Dat viel me eerst niet zo op”, aldus een van de deelnemers aan de excursie Hatert Klatert.

Rondwandeling A . Hatert Klatert

De rondwandeling ‘Hatert Klatert’ gaf de deelnemers een kans om de uitvoering van de afkoppelingsopgave van de wijk Hatert te bekijken. In de wijk is 13 van de ongeveer 50 hectare verharding van de wijk afgekoppeld. Dit betreft zowel daken als wegen en ook vermindering van het verhard oppervlak in de wijk. Ondanks de regen was het een mooie gelegenheid om kennis te maken met de verschillende oplossingen die in de wijk zijn toegepast. Een voordeel van de regenval was wel dat we het water zagen stromen naar de aangelegde wadi’s en vanuit de afgekoppelde regenpijpen!

Hatert is een zogenaamde stempelwijk, gebouwd rond 1960. Enkele jaren geleden stond de wijk nog te boek als Krachtwijk. De wijk grenst aan het Maas-Waalkanaal en ligt dus relatief laag. Gemeente en woningcorporaties trekken samen op in verduurzaming van deze wijk.

Voorbeeld afkoppeling regenpijp van dak
Beeld: ©Mark de Bel
Voorbeeld afkoppeling regenpijp van dak
Voorbeeld afkoppeling wegdek en wadi in plantsoen
Beeld: ©Mark de Bel
Voorbeeld afkoppeling wegdek en wadi in plantsoen

Rondwandeling B. Vergroening, wateroverlast en afkoppelen

Een divers gezelschap van eenpitters, ambtenaren en adviseurs bezocht het centrum van Nijmegen. Eerst de Benedenstad, gebouwd rond 1975, op de helling van de stuwwal; het Middeleeuwse stratenpatroon is er gehandhaafd, met hier en daar ook integratie van historische panden. Deze woonwijk, mooi gelegen tussen het winkelcentrum en de Waal, maar ook dicht bebouwd en stenig, wordt beetje bij beetje vergroend, met tegelijkertijd afkoppelen van regenwater. De groep had vooral belangstelling voor het feit dat de gemeente steeds aanhaakt op initiatief en wensen vanuit de bewoners. Resultaat van deze werkwijze is dat de Benedenstad gaandeweg van kleur verschiet, niet alleen, fysiek buiten zichtbaar, maar vooral ook in de hoofden en harten van haar inwoners. Diverse hofjes in de openbare ruimte, zijn afgekoppeld en vergroend die de aanwonenden beschouwen als hun eigen domein.

De Korenmarkt was vroeger een parkeerplaats. Nu is het een gewilde plek om te picknicken.
Beeld: ©Kees Broks
De Korenmarkt was vroeger een parkeerplaats. Nu is het een gewilde plek om te picknicken.

Tijdens de rondwandeling deed de groep ook de Korenmarkt aan. Dit parkje op een voormalige parkeerplaats is gerealiseerd in het kader van de Nijmeegse campagne Groene Allure Binnenstad, met financiële steun van het Europese project Future Cities. Ook dit parkje kwam tot stand op verzoek van aanwonenden. Het mooie is dat aangrenzende horeca er volop van profiteert door haar gasten picknickkleedjes uit te lenen.

Bij het Oude Weeshuis
Beeld: ©Kees Broks
Bij het Oude Weeshuis

Vervolgens bezochten we het winkelcentrum. Hier was vooral aandacht voor regenwateroverlast. De groep toonde veel belangstelling voor de ontwikkelingsgerichte visie die Nijmegen hanteert. De slagader van het Nijmeegse rioolstelsel loopt dwars door het centrum. Gaandeweg, op lange termijn, wil Nijmegen het rioolstelsel ombouwen zodat het regenwater meer en meer om het centrum wordt geleid om te voorkomen dat hevige regenval tot wateroverlast en schade leidt. Ook was er veel waardering voor het feit dat Nijmegen nu maatregelen treft, zoals afkoppelen van het onlangs gereconstrueerde Plein 1944, die pas bij latere ingrepen elders aan het rioolstelsel effectief worden, wanneer de verschillende maatregelen aan elkaar geschakeld raken. Het is nu eenmaal lastig om in een keer het hele rioolsysteem op de schop te gooien. Men moet dus vooruitkijken en zorgen dat de puzzelstukjes op enig moment op de plek vallen. Een kwestie van piecemeal engineering met een helder lange termijndoel.

In de hofjes en de winkelstraten ontstond een goed beeld van de Nijmeegse aanpak. Het rioolbeleid van Nijmegen is de afgelopen jaren veranderd van beheersmatig naar ontwikkelgericht. Er is een langetermijnvisie op het rioolsysteem in relatie tot het regenwater. Alle grote en kleine ingrepen in het riool anticiperen daar op een of andere manier op.

De Hesseberg. Hier is afgekoppeld en onder de gebouwen bevinden zich waterkelders.
Beeld: ©Jos van der Lint
De Hesseberg. Hier is afgekoppeld en onder de gebouwen bevinden zich waterkelders.

Rondwandeling C. Regenwateroverlast in Nijmegen-Oost

De wandeling begon op de stuwwal in Nijmegen-Oost. Bij hevige regenval komt daar een ware rivier naar beneden vanuit de aangrenzende gemeente Berg en Dal. Dit is zowel een ondergrondse rivier in het rioolstelsel, als een bovengrondse rivier over de weg. In de ijstijd ontstond hier het dal dat we vandaag de dag het Hengstdal noemen. Ooit groen, maar nu een weg met aan weerszijden woonbuurten. Het grondwater zit hier diep, maar het regenwater kan niet snel in de zandige ondergrond omdat er een laag löss bovenop ligt. De groep hoorde en zag hoe de gemeente Nijmegen hier sinds de hevige regenbuien van 2009 met de bewoners samen naar oplossingen zoekt. Het gaat daarbij om maatregelen in huis (terugstuwbeveiliging) en om maatregelen in de openbare ruimte en tuinen (afkoppelen).

Op bezoek in de buurt in Nijmegen-Oost
Beeld: ©Antal Zuurman
Op bezoek in de buurt in Nijmegen-Oost

Er ligt hier een bijzonder buurtje met woningen gebouwd aan een dijklichaam dwars op het Hengstdal . Hun voordeur staat aan dat dwarsdijkje, maar de deur naar de achtertuin ligt drie meter lager in het souterrain. Al deze woningen hebben problemen bij hevige regenval: water borrelt door hun douche, keuken of WC naar boven of water stroomt vanuit de achtertuin het souterrain in. Sinds 2009 hebben we de bewoners overtuigd dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor het nemen van maatregelen in hun huis en tuin en dat de gemeente dat doet op straat. Geen makkelijke boodschap, maar wel duidelijk en de bewoners accepteren dit nu ook. Daarvoor was een omvangrijk communicatieproces nodig en enquêtes, die inzicht gaven in de exacte aard van de problemen en de mogelijke oplossingen.

De hele groep is in contact gebracht met één van die bewoners, die inmiddels veel maatregelen heeft genomen en tot de wijkambassadeurs van de wijk behoort. Via bewonersavonden, handleidingen voor te nemen maatregelen in huis en als laatste een bewonersproject om ook hun achterdak af te koppelen zijn we goed op weg om dit buurtje regenbestendig te maken. De bewoner werd gevraagd of hij het huis wel had gekocht als hij had geweten wat hem te wachten stond en het eerlijke antwoord was “nee”. Maar hij vond het ook wel een heel leuk buurtje dat grote cohesie heeft en dat speelde ook mee bij het kopen van het huis. Het gezamenlijk optrekken om maatregelen te nemen vond hij een mooi proces. Na alle uitleg door hem over de laatste maatregelen kwam hij met de zeer verrassende opmerking dat hij “zich nu verheugde op de volgende hevige regenbui”, want hij was wel benieuwd of de maatregelen zouden werken.

Een bewoner van Nijmegen-Oost geeft uitleg aan deelnemers van de excursie
Beeld: ©Antal Zuurman
Een bewoner van Nijmegen-Oost geeft uitleg aan deelnemers van de excursie

Rondwandeling D ‘Water werkt’ in Beek-Ubbergen

Op bezoek in Beek-Ubbergen
Beeld: ©Joel Verstoep
Op bezoek in Beek-Ubbergen
Beeld: ©Joel Verstoep

Middagprogramma

Sessie 1: Verbreed gemeentelijk rioleringsplan

In de sessie over het gemeentelijk rioleringsplan werd creatief nagedacht over de stad in de toekomst en de rol van rioleringen binnen de verschillende watertaken van de gemeente. De deelnemers beschreven een stad in de toekomst waarin groene en blauwe aderen door de stad lopen met meer ruimte voor water en groen om hittestress tegen te gaan. De deelnemers beschreven verschillende circulaire initiatieven, met verschillende decentrale oplossingen voor water voorziening en zuivering, die de rol van het riool zoals we dat nu kennen, sterk zou kunnen veranderen. Sommige deelnemers zagen de traditionele rol van het riool volledig verdwijnen en zagen een toekomstige stad met alleen decentrale oplossingen. Hierbij werd bewustwording van de stakeholders als cruciaal genoemd, alsook de bereidheid van gemeenten en nationale overheid om budget vrij te maken voor de realisatie van deze initiatieven en transitie.

Er werd een aantal mogelijke toekomstige innovaties genoemd die van invloed kunnen zijn:

  • Het toestaan van het op de riolering lozen van etensresten en keukenafval zodat het organische gehalte van rioolwater zal stijgen zodat dit in een energiefabriek kan omgezet kan worden tot biogas
  • Sterke toename van het oppervlakte groene daken
  • Decentrale afvalwaterverzameling en –zuivering
  • Toenemende zelfredzaamheid van bewoners met decentrale initiatieven op gebied van energie, water, afvalwater

Relevante ontwikkelingen hierbij zijn de modal shift naar meer langzaam verkeer in de stad en de afname van privé bezit van auto’s, waardoor meer ruimte beschikbaar komt voor de groen/blauwe aderen in de stedelijke omgeving. Hiervoor is het wel belangrijk dat bewustwording bij de inwoners en de politieke stakeholders toeneemt, waardoor er nog meer wordt gekeken naar oplossingen op de lange termijn.

Tijdens de sessie werden de volgende kennisvragen opgehaald:

  • Wat zijn mogelijke gezondheidseffecten van innovaties rondom decentrale en autonome oplossingen voor drinkwater, rioleringen en zuivering van afvalwater?
  • Inzicht in de economische haalbaarheid van verschillende decentrale oplossingen
  • Wat zijn mogelijke toekomst scenario’s voor bevolkingsontwikkeling, klimaat, economie, urbanisatiegraad, et cetera, die van invloed zijn op het ontwikkelen van een klimaat bestendige stad?
  • Wat zijn mogelijke invloeden van klimaat op het GRP en de bredere wateropgaven van gemeenten?

Sessie 2: Burgers betrekken bij de blauw-groene infrastructuur

In deze sessie stond de vraag centraal hoe je bewoners het beste kunt benaderen. Niet als techneut, maar als een halve marketeer. Elke bewoner moet je eigenlijk op maat benaderen. Daarbij houd je rekening met wat die bewoner belangrijk vindt en daar speel je op in. De een heeft graag dat je het hem makkelijk maakt; de ander wil juist het nieuwste van het nieuwste hebben. De indeling van de Nederlandse bevolking zoals die door Motivaction is opgesteld biedt ook voor het riool- en regenwaterbeleid prima handvaten.

Nijmegen heeft onlangs een nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan vastgesteld. Nieuw daarin is de ambitie ‘regenwaterneutraliteit’: in 2050 geen regenwater meer in de vuilwaterriolering. Je kunt die ambitie vergelijken met ‘energieneutraliteit’ of ‘klimaatneutraliteit’ die veel gemeenten als oriëntatiepunt voor de lange termijn hanteren. In Nijmegen wordt deze ambitie geschraagd door de ambitie de verstening van zowel openbare ruimte als particuliere eigendommen, te verminderen, onder meer door aansluiting op de landelijke campagne Operatie Steenbreek.

In fysieke zin is wel bekend wat er nodig is: net als in veel andere steden heeft Nijmegen ervaring met gescheiden rioolstelsels en afkoppelen en in VINEX Nijmegen Noord ontstaat een duurzaam watersysteem. Maar in deze workshop is de hamvraag: wat is je strategie en concrete aanpak ten aanzien van de inwoners aangesloten op gemengd riool; in Nijmegen nog altijd tweederde van de huishoudens?

Waterschap Rivierenland heeft kort geleden aangekondigd te komen met een subsidieregeling voor bewoners rond het thema ‘Geen water meer in het riool’. Mathieu Gremmen, heemraad van Waterschap Rivierenland, vertelde in zijn inleiding ’s morgens dat het waterschap ‘uit de sloot’ wil komen, en met anderen samen aan de slag wil. Dat was een mooi schot voor de boeg van deze workshop.

Motivaction verdeelt de Nederlandse bevolking in zeven stijlen, zoals ‘convenience georiënteerden’ en, ‘moderne burgerij’. Per stijl ging een groepje aan de slag met een reeks opdrachten en vragen, zoals:

  • Bespreek bekendheid, begrijpelijkheid en urgentie van begrip regenwaterneutraliteit voor jouw stijlgroep.
  • Op welke waarden van je stijlgroep richt je je in de communicatie met jouw stijlgroep? Bijvoorbeeld: stel je klimaat en hittestress centraal, of gezondheid, de groene tuin en misschien ecologie? Of heb je het vooral over kosten en baten voor huishouden en/of maatschappij? Of sluit je aan op sociale waarden als ‘niet achter willen blijven bij de buren’ en op common sense: ‘bepaalde zaken zijn logisch en spreken voor zich’?
  • Zijn er specifieke contexten, urgenties, momenten die je kunt benutten (denk aan individuele life events als verhuizing, krijgen van een kind, een nieuw dak, pensionering, maar ook aan zaken als een straatfeest, rioolvervanging of een extreme regenbui)?
  • Welk resultaat verwacht je, in tijd en in areaal? Hoe vind en benader je in jouw stijlgroep de ‘early adopters’?

De geanimeerde groepsbesprekingen koppelden we aan het eind van de workshop plenair naar elkaar terug. Er waren veel leuke ideeën, zoals de kekke waterafkoppelmeter voor de stijlgroep ‘’opwaarts mobielen’’. En algemeen was de conclusie, en dat impliceert ook de centrale kennisvraag, dat we als inhoudelijke deskundigen absoluut behoefte hebben aan ondersteuning in marketing: hoe ontplooi je een innovatie, wat moet je nu doen en wat pas morgen of overmorgen? Met wie werk je samen? Genoemd werden drinkwaterbedrijf, provincie, gemeente, waterschap, tv-tuinprogramma’s, ‘’het weerbericht’’, maar ook het consultatiebureau. En wat is hun verhaal, en waarin zitten de urgentie/noodzaak, aantrekkelijkheid/wenkend perspectief?

Sessie 3: Regenwateroverlast stadscentrum

Het onderwerp van deze sessies was meteen één grote kennisvraag: Hoe kun je in een licht hellend stadscentrum toch wateroverlast tegengaan? De straten lopen af, dus geen waterberging op straat. Vanwege de toegankelijkheid zijn de straten ingericht zonder stoepen en drempels, dus het water loopt zo de winkels binnen. En veel lege ruimte is er niet. Na de inleiding door Antal Zuurman van de gemeente Nijmegen, is dit probleem verkend door het verhalen van ervaringen en oplossingen, door het in kaart brengen van de vele uiteenlopende belangen en het vrij associëren over mogelijke oplossingen. Een belangrijke vraag die kwam bovendrijven is: hoe vergroot je het gevoel van urgentie bij winkeliers en bewoners? Het communiceren over schade is een mogelijkheid, maar wat is de omvang van de werkelijke schade (boven de verzekerde schade, die zoals we weten maar een klein deel is)?

Omdat de overlast maar eens in de drie tot tien jaar optreedt, is er behoefte aan robuuste oplossingen die winkeliers en bewoners zelf kunnen toepassen (na een SMS-alert) en die nauwelijks onderhoud vergen: schotten, zandzakken, enzovoorts. Een aardige ontwerp-opgave, maar tegelijkertijd is er ook de vraag: hoe krijg je acceptatie van oplossingen die inwoners en winkeliers moeten uitvoeren? Tenslotte werd ook weer, net als tijdens de wandelingen, de behoefte geuit aan goede overzichten van de kosten en baten van maatregelen in het algemeen en natuurlijk voor iedere specifieke situatie.

Sessie 4: Regionale klimaatadaptatie- strategie

In deze sessie ging het om regionale samenwerking in relatie tot klimaatadaptatie. Waterschap Rivierenland presenteerde (mede namens de zeven betrokken gemeenten en Provincie Gelderland) de plannen en ambities om binnen het gebied Rijk van Nijmegen en Land van Maas en Waal tot een Regionale Adaptatie Strategie (RAS) te komen. De samenwerking kent twee sporen. Als eerste de ontwikkeling van een gedragen en geïntegreerde aanpak voor beleid en handelen. Als tweede het inspiratiespoor waarin men van elkaar kan leren door het delen en opdoen van kennis tijdens projectbezoeken en bij inventarisaties van klimaatuitdagingen. Na de presentatie was het aan de deelnemers om de do’s en don’ts van een regionale samenwerking te verkennen. Een absolute pre voor regionale samenwerking is dat er een sterke leider/boegbeeld/kerngroep op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau moet zijn om de ambities en samenwerking waar te maken. Ook de borging van continuïteit in de eigen organisatie, het gebruik van natuurlijke samenwerkingsverbanden en een gezamenlijke stip op de horizon werden genoemd als randvoorwaarden. Een relevante vraag waar nog verschillend over werd gedacht, was wanneer bewoners te betrekken bij de ontwikkeling van een regionale strategie. Hieraan gerelateerd werd de vraag gesteld wanneer bewoners onderdeel van een strategie zijn. En wanneer worden ze onderdeel van een aanpak?

De belangrijkste don’t’s waren: je niet verliezen in discussies over governance, niet samenwerken omdat het moet maar omdat er een duidelijk toegevoegde waarde is (anders niet doen!) en noodzakelijke sporen in de ontwikkeling van een strategie niet één voor één inzetten maar gelijktijdig optrekken om stilstand te voorkomen.

Discussie en afsluiting

Als plenaire afsluiting van de dag ging Kim van Nieuwaal van het projectteam NKWK KBS in gesprek met vier vertegenwoordigers vanuit de kennisinstellingen. Van Nieuwaal wilde van hen weten wat de belangrijkste kennisvragen zijn die zij uit de vier sessie hadden opgehaald. Het viel Peter Bosch (TNO) op dat er toch heel veel vragen zijn over kosten-baten. Hoe ziet die balans eruit? Dit beeld sprak ook uit de post-its met vragen die de deelnemers gedurende de dag op een white board in de centrale hal hadden opgeplakt. Mark de Bel (Deltares) onderschreef de observatie dat velen geïnteresseerd zijn in de kosten en baten van adaptatie en in het bijzonder de financiële kant daarvan. “De rioleringsuitgaven zijn bijvoorbeeld al gefinancierd en hier gelden strakke regels voor, maar bij een brede invulling van watertaken is het de vraag hoe je dit kan financieren”, aldus De Bel. Ellen Brand (RIVM) haakte daar op in door aan te geven dat gezondheidsaspecten in toenemende mate een rol hierbij zullen gaan spelen: “Het is niet alleen van belang om te kijken hoe je water opvangt, maar ook wat voor gevolgen dat heeft voor de omgeving, bijvoorbeeld voor de gezondheid.” Een belangrijke vraag is hoe de bewoners er bij te betrekken en op welk moment in het proces. In de twee rondes waren daar verschillende ideeën over: bewoners gaandeweg het proces erbij te betrekken, of gelijk vanaf het allereerste begin. Van Nieuwaal memoreerde dat gezondheid een belangrijke plek heeft in de onlangs opgeleverde Nationale Klimaatadaptatiestrategie.

Van Nieuwaal vroeg de kenniswerkers vervolgens of het hier om vraagstukken gaat die breed leven en ook breed opgepakt kunnen worden, bijvoorbeeld binnen NKWK. Peter Bosch meende dat hier kansen liggen, maar dat vooral het belang van maatwerk niet over het hoofd moet worden gezien. “Belangrijk is om de vraag helder te krijgen: wat is precies nodig, op welke concrete vragen is inzet van energie en geld gewenst”, zo betoogt Bosch. De Bel vulde daar op aan: “Problemen spelen lokaal. Voor de oplossing daarvan is inzicht in de algemene dosis-effect relaties van belang. Welke dosis van de maatregel(-en) dan nodig is om het probleem op te lossen, dat is weer een lokale vraag.”

Een andere vraag die volgens Bosch ook duidelijk naar voren kwam, is: hoe communiceer je over urgentie? “Een deel daarvan gaat over ‘het vertellen van het verhaal’. Voor een ander deel is onderzoek naar schade nodig. Dat onderzoek naar schade kan op grote schaal, zoals in Malmö en Kopenhagen is gedaan, tot de schaal van een woning”, betoogde hij. “Kunnen we daarbij iets leren van ‘branding’, zo vroeg Van Nieuwaal zich af, zoals de Albert Heijn mensen met moestuintjes aan het tuinieren krijgt. Wim Timmermans (Wageningen University & Research) vertelde dat in een van de sessies de opmerking was gemaakt ‘Nu moeten we als techneuten over marketing gaan nadenken!’ Gebleken is dat je maar 15% van de mensen nodig om een beweging of een verandering op gang te brengen. Welke groep kan je daarvoor het beste benaderen en hoe en wanneer moet je die benaderen? Timmermans haalde hierbij het werk van Motivaction aan, waarbij onderscheid wordt gemaakt in verschillende groepen van ‘burgerschap’. “Het is goed om je daarvan bewust te zijn en daar rekening mee te houden in je plannen. En te kijken hoe je die groepen moet benaderen en met hen daarover communiceert”, zo adviseerde Timmermans. “Zouden we niet eens moeten verkennen of er een verbinding kan worden gelegd tussen klimaatadaptie en marketing en marktonderzoek?”, zo vroeg Van Nieuwaal zich hardop af.

Timmermans reflecteerde vervolgens ook nog op Nijmegen en klimaatadaptatie in den breedte: “Tijdens de wandeling was duidelijk te zien dat Nijmegen soms maatregelen alvast neemt die pas gaan functioneren als later ook andere maatregelen zijn uitgevoerd.” Nu ligt de aorta voor de waterafvoer door het centrum. Er wordt stapsgewijs gewerkt aan het op termijn omleiden van die waterstroom om de binnenstad. “Dat vraagt om een andere manier van denken en doen”, zo stelde Timmermans. In plaats van een beheergericht gemeentelijk rioleringsplan heeft Nijmegen een ontwikkelingsgericht plan dat ver vooruit kijkt. De problemen met hellende gebieden werden door deelnemers uit Limburg herkend, maar ook in Culemborg. Omdat daar een ondoorlatende laag in de bodem zit, is infiltratie niet zo eenvoudig als hier. Er moet dus goed worden gekeken naar het natuurlijke systeem, de ondergrond. “Dit sluit aan bij wat we tijdens het vorige bezoek in EVA Lanxmeer ook zagen: het belang van het begrijpen en voortbouwen op het DNA van een gebied, zoals dat onder meer verborgen ligt in grondlagen”, stelde Van Nieuwaal vast.

Tenslotte had van Nieuwaal nog twee vragen voor de gastheer die hij gedurende de excursies meermalen had gehoord: waarom zien we geen waterpasserende bestrating of meer straatprofiel in het centrum van Nijmegen? Ûltsje van Gorkum van Gemeente Nijmegen lichtte toe: “Waterpasserende bestrating passen we inderdaad niet meer toe. Dat hebben we kort gedaan, maar vanwege de beheerproblemen die dat opleverde zijn we daar snel van af gestapt.” De gelijkvloerse winkelstraten zijn niet zo heel lang geleden aangelegd. Dat was toen de wens, ook voor de (rolstoel)toegankelijkheid van winkels. “Dat zouden we nu anders willen doen. Daarvoor moeten we ook het waterbewustzijn van onze stadcollega’s verder vergroten”, aldus Van Gorkum.