Water- en klimaatonderzoek in Europa: ‘Armoede maakt creatief’
Wij denken over watermanagement altijd dat wij Nederlanders daarin echt voorlopen op de rest van de wereld’, vertelt Egon Baldal. Hij is vanuit Rijkswaterstaat als projectleider betrokken bij verschillende internationale klimaatadaptatieprojecten. ‘Maar het grappige is dat we op sommige punten ook echt achter lopen op andere landen. Ook op het gebied van watermanagement kunnen wij nog dingen leren.’

Wat kunnen wij dan leren van anderen?
‘De Britten moeten bijvoorbeeld voor elke ingreep precies aangeven welke baten er zijn. En als de baten niet opwegen tegen de kosten, dan gebeurt het niet. Zij moeten daarom precies weten hoe je moeilijk meetbare processen, toch in waarde kunt uitdrukken. Dat is iets wat wij van de Britten kunnen leren: hoe je waarde uitdrukt.
Op het gebied van stakeholderschap kunnen we wat leren van Scandinavische landen. Daar is particulier eigenaarschap van grond qua rechten en plichten veel steviger verankerd dan hier. In Nederland is bijvoorbeeld de kustverdediging centraal geregeld. Maar in Scandinavië is het zo dat als jij een strandhuisje hebt, jij de kustverdediger ter plekke bent’, weet Baldal. ‘Als je daar als overheid iets wilt doen, ben je dus veel meer afhankelijk van particuliere stakeholders. Die móét je meekrijgen in je plannen. In Nederland kunnen we als overheid vanuit onze rol iets tot een integraal project maken. Daarbij betrekken we de stakeholders, maar in bijvoorbeeld Denemarken moeten die stakeholders ook willen meebetalen of toestemming geven voor je oplossing’
Vind je dat een wenselijke situatie?
‘Nee, we willen dat niet voor Nederland hoor. Hou op zeg’, lacht Baldal. ‘Maar we kunnen wel leren van hoe zij om gaan met de mensen, hoe zij om gaan met alle belangen, en hoe zij die belangen uitdrukken. Daarmee kunnen wij onze eigen toolbox uitbreiden. Wat ik hiermee wil zeggen is: je armoede maakt je creatief. En wij kunnen handig gebruik maken van hun creativiteit, zoals zij ook die van ons gebruiken.’
Hoe bedoel je dat: armoede maakt creatief?
In Nederland zijn we heel goed in onszelf beschermen tegen de zee; dat komt omdat we wel moeten. We hebben creatieve oplossingen verzonnen, omdat het noodzakelijk is. We kunnen dat niet níét doen. Dat zie je ook in Scandinavië en Groot-Brittannië zij moeten wel een manier vinden om goed om te gaan met stakeholders en manieren om waarde uit te drukken. In die zin maakt je armoede je creatief.’
Wat kunnen we van anderen leren als het gaat om adaptieve maatregelen?
Binnen het project Building with nature kijken we onder meer het Schotse dorpje Peebles. Daardoorheen stroomt het Eddleston Water, dat is een zijriviertje van de Tweed. Zij hebben daar te maken met steeds zwaardere regenval. Er komt dan in korte tijd heel veel extra water in dat kleine riviertje en dat leidt tot overstromingen in het dorp. Daar onderzoeken ze nu wat de waterbronnen zijn, en hoe die beheerst kunnen worden.
Maar aan regenval kun je natuurlijk niet veel doen.
Nee, maar wel aan hoe dat water wordt opgevangen en vastgehouden. Als het regent, stroomt al dat water als een dwaas van de heuvel in de rivier. Doordat vroeger al die meanderende riviertjes zijn rechtgetrokken tot kanalen, past er minder water in, en stroomt het sneller door.
In Schotland hebben ze nu verschillende oplossingen verzonnen die weinig kosten én die mooi in het land staan. ‘We weten dat bos een keer of acht meer water vasthoudt dan grasland. Op de heuvels zijn daarom inmiddels al meer dan 300.000 bomen geplant, and counting’, vertelt Baldal enthousiast. ‘Ze hebben ook bekkens gemaakt waarin het water eerst wordt verzameld. Pas als die overstromen, komt het water in het kanaal terecht. Bovendien meandert dat oude kanaal tegenwoordig weer en is het in zijn oorspronkelijke staat een aantrekkelijke plek waar veel water wordt vastgehouden.’
‘Een andere oplossing die ik geniaal in zijn eenvoud vind, zijn de log jams. ‘Ze hebben vier paaltjes in de grond geslagen, en een boompje ertussen gelegd. Als het zacht regent, loopt het water eronderdoor. Maar als er ineens heel veel regen valt, dan houden die boompjes het water tegen. Er ontstaan dan kleine stuwmeertjes op de heuvel. En als je dat dan op een heleboel heuvels, twintig of dertig keer doet, dan houdt dat heel veel water vast.’
En werkt dit?
Ja, de Schotten kunnen aantonen dat bij hevige regenval de piek van de afvoer wordt verlaagd en vertraagd. En ze hebben dit samen met de boeren en de omgeving gedaan.
Is internationaal onderzoek belangrijk voor NKWK?
‘Zeker. NKWK raakt heel Nederland. Wat wij leren in het internationale, kunnen wij via NKWK bij heel veel mensen verspreiden. Deze manier van kennisdeling is heel belangrijk. Er zijn ook veel linkjes tussen NKWK-onderzoek, en de internationale projecten waarbij ik betrokken ben. Ralph Schielen bijvoorbeeld, is trekker van de onderzoekslijn Rivers2Morrow, en hij is ook betrokken bij het project waar de Schotten in zitten.
Volgens Baldal kunnen Nederlandse organisaties ook nog beter gebruik maken van elkaars expertise: ‘Ik heb de indruk dat heel veel mensen Europa, en Europese subsidies vooral erg ingewikkeld vinden. Maar dat valt op zich wel mee, zo gauw je daar ervaren in raakt. Bij Rijkswaterstaat hebben we inmiddels zo’n tachtig Europese projecten lopen. Dat kan omdat we een heel gespecialiseerde administratie op dat gebied hebben. Daar kun je gebruik van maken’, roept Baldal zijn collega-onderzoekers op, die hiermee het stokje doorgeeft aan Eric Boessenkool in dit tweeluik.
Dit is het eerste artikel in een tweeluik over onderzoek en subsidies in Europa op het gebied van water en klimaat. In het tweede deel gaan we met Erik Boessenkool van Bureau Brussel (RWS) dieper in op de subsidiemogelijkheden. Ben je benieuwd naar wat er mogelijk is in Europa? Bekijk dan de EU Wijzer.