Update: onderzoekslijn Toekomstbestendige Natte Kunstwerken in 2021 en verder
Via een reeks artikelen blikt het NKWK per onderzoekslijn terug op het afgelopen jaar en werpt het een korte blik vooruit. Deze keer de onderzoekslijn Toekomstbestendige Natte Kunstwerken, waarbinnen de focus in 2021 specifiek op de civiele- en bewegende delen van natte kunstwerken in het water- en vaarwegsysteem lag.
Terugblik 2021
Het programma over de civiele- en bewegende delen heeft de ambitie een centrale rol in te nemen voor de vervangings- en renovatievakgemeenschap. Drie doelen staan vanaf 2021 centraal. Ten eerste het uitzoeken wanneer precies een nat kunstwerk het einde van zijn levensduur bereikt. Ten tweede het ontwikkelen van een systematiek voor uitwerken van opties (waaronder het één op één vervangen, afwaarderen of slopen), waarbij rekening wordt gehouden met drivers als klimaatverandering en nieuwe prestatie-eisen (bijvoorbeeld vanwege een grotere verkeersintensiteit). Onderdeel van doel twee is het systematisch onderzoeken van de relatie tussen drivers en functies, bijvoorbeeld de invloed van de driver afvoer op de functie scheepvaart. Daarbij wordt het kunstwerk onderzocht als onderdeel van het gehele netwerk. Het derde doel is het ontwikkelen van een afwegingskader voor die opties.
In 2021 zijn ook verschillende tools opgeleverd. Een voorbeeld daarvan is een formulering om zoutindringing via natte kunstwerken te berekenen. Alle resultaten zijn te vinden op www.nattekunstwerkenvandetoekomst.nl. Ook is verleden jaar onder meer gekeken naar de casus van de Maasstuwen. Hoofdvraag is of de toekomstige stuwen bij hoogwater nog steeds doorvaarbaar moeten zijn, of dat dat weinig meerwaarde biedt.
Vooruitblik
Dit jaar zullen de specifieke objecttypes prominenter in beeld komen in de onderzoekslijn Toekomstbestendige Natte Kunstwerken. Zo zal voor sluizen, alsook voor damwanden, een werkpakket worden ontwikkeld. Daarnaast zal er aan een derde pakket worden gewerkt dat betrekking heeft op overige objecten in het watersysteem. Daarin zitten onderwerpen als aanvaarrisico’s, methodiek om functionele levensduur van natte kunstwerken te bepalen (in samenhang met technische levensduur) en het effectief gebruik van inspectie-, meet- en monitoringsmethoden. Ook de overige doelen worden in werkpakketten uitgewerkt.